Kronkelende rattenslang
De rode rattenslang, ook wel bekend als de Pantherophis guttatus (voorheen Elaphe guttata), is een populaire slangensoort onder reptielenliefhebbers, vooral vanwege zijn mooie kleuren, rustige karakter en relatief eenvoudige verzorging gericht op de rode variant. Rode rattenslangen zijn escape artisten Zorg dat het terrarium goed afgesloten is, want ze kunnen door kleine openingen glippen.
De rode rattenslang is een constrictor, wat betekent dat hij zijn prooi doodt door deze te wurgen in plaats van met gif.
Oorspronkelijk komt deze soort uit Noord-Amerika, vooral in het zuidoosten van de VS, waar hij in bossen, velden en nabij boerderijen leeft.
De “rode” variant is vaak een morph, zoals de amelanistische (geen zwart pigment, met rode en oranje tinten) of een andere selectief gefokte kleurvorm. In het wild zijn ze meestal bruiner met rode en oranje vlekken.
Met goede verzorging kan een rode rattenslang 15-20 jaar oud worden, soms zelfs langer.
Ze zijn over het algemeen kalm en gemakkelijk te hanteren, wat ze ideaal maakt voor beginners.
Voor een volwassen slang (ze worden 1,2 tot 1,8 meter lang) is een terrarium van minimaal 80x50x50 cm geschikt, maar groter is altijd beter.
Gebruik bodembedekking zoals aspenkrullen, kokosvezel of krantenpapier. Vermijd zand of cederhout, want dat kan schadelijk zijn. Zorg voor minstens twee verstopplekken: één aan de warme kant en één aan de koele kant van het terrarium.Takken of decoraties om te klimmen worden gewaardeerd, want ze zijn semi-arboreaal
Creëer een warme kant van 28-32°C (met een warmtemat of lamp) en een koele kant van 23-26°C. ’s Nachts mag het iets afkoelen, maar niet onder 20°C. In tegenstelling tot sommige reptielen hebben rattenslangen geen UVB-licht nodig, maar een dag-nachtcyclus (12 uur licht, 12 uur donker) is goed voor hun ritme.
Houd de luchtvochtigheid tussen 40-60%. Tijdens de vervelling kun je dit tijdelijk verhogen door een vochtige schuilplaats (bijv. met vochtig mos) aan te bieden.
Ze eten voornamelijk muizen of kleine ratten. Jonge slangen krijgen pinkies (baby muizen), terwijl volwassenen grotere prooien aankunnen. Voer jongen om de 5-7 dagen, volwassenen om de 10-14 dagen. Geef altijd ontdooide, bevroren prooien, geen levende dieren (tenzij echt nodig), om verwondingen te voorkomen.
Zorg altijd voor een bak met vers water, groot genoeg om in te weken.
Hanteer de slang niet binnen 48 uur na het eten, om regurgitatie te voorkomen. Regelmatig (maar niet te vaak) hanteren helpt om ze tam te houden. Was je handen voor en na het hanteren om geuroverdracht te vermijden
Let op tekenen van ziekte: lusteloosheid, niet eten, ademhalingsproblemen (piepen) of een doffe huid die niet goed vervelt.
Rode rattenslangen zijn escape artists! Zorg dat het terrarium goed afgesloten is, want ze kunnen door kleine openingen glippen.