Kwebbelende pyrrhura
Pyrrhura’s komen uit Zuid-Amerika en leven in bossen, savannes en graslanden, vaak in groepen.
Er zijn meer dan 30 soorten, zoals de Groenwangparkiet (Pyrrhura molinae) en de Pruimkopparkiet (Pyrrhura rhodocephala), elk met unieke kleuren en patronen.
Met goede verzorging kunnen ze 20 tot 30 jaar oud worden, soms zelfs langer. Ze zijn intelligent, sociaal, speels en nieuwsgierig. Hoewel ze niet zo goed praten als grotere papegaaien, kunnen ze wel geluiden nadoen of eenvoudige woordjes leren.
Pyrrhura’s zijn relatief stil vergeleken met andere papegaaien, maar ze kunnen schreeuwen als ze aandacht willen of zich vervelen.
Zorg voor een ruime kooi (minimaal 80 cm breed, 50 cm diep en 50 cm hoog voor één vogel) met een tralieafstand van maximaal 2 cm. Een bredere kooi is beter dan een hoge, omdat ze graag klimmen en spelen.
Zet de kooi in een rustige, maar sociale ruimte, zoals de woonkamer, met één kant tegen een muur voor een veilig gevoel. Vermijd tocht, direct zonlicht of lawaai.
Vul de kooi met natuurlijke zitstokken van verschillende diktes, speeltjes (hout, touw, puzzels) en een slaapplek zoals een houten blok of nestkastje. Wissel speeltjes regelmatig om.
Geef een mix van kwalitatieve zaden en pellets speciaal voor parkieten, aangevuld met dagelijks vers fruit (appel, druif) en groenten (wortel, paprika, broccoli). Vermijd giftige voedingsmiddelen zoals avocado, chocolade, cafeïne, alcohol, ui en te veel suiker of zout.
drinkwater dagelijks verversen. Veel Pyrrhura’s dompelen hun eten in water, dus een extra bakje voor badderen is handig.
Pyrrhura’s zijn groepsdieren en hebben veel aandacht nodig. Als je er maar één hebt, ben jij hun “zwerm”. Dagelijkse interactie (spelen, trainen) is essentieel. Overweeg een tweede Pyrrhura als je weinig tijd hebt, maar introduceer ze voorzichtig om te zorgen dat ze goed samengaan.
Let op tekenen van ziekte, zoals lusteloosheid, doffe veren of een vieze cloaca. Vogels verbergen ziekte vaak tot het ernstig is.
Maak de kooi regelmatig schoon om bacteriën in uitwerpselen te vermijden, dat schadelijk kan zijn voor zowel vogel als mens.
Ze zijn energiek en hebben beweging nodig. Laat ze dagelijks uit de kooi vliegen in een veilige ruimte, en bied genoeg speelgoed om te klimmen en te slopen.
Het is belangrijk voor hun veren; bied een ondiep schaaltje water aan of besproei ze licht met een plantenspuit.
Begin vroeg met training en beloon goed gedrag met aandacht of een kleine traktatie (zoals een zonnebloempit). Negeer schreeuwen om het niet aan te moedigen. Ze kunnen bijterig zijn, vooral als ze hormonaal zijn (rond 1-2 jaar). Blijf consequent en geduldig.