Kletsende grasparkiet

Grasparkieten komen van nature voor in Australië, waar ze in grote zwermen leven in droge graslanden en bossen.

Met de juiste verzorging kunnen ze 5 tot 10 jaar oud worden, soms zelfs langer.

In het wild zijn ze meestal groen met een gele kop, maar door selectief fokken zijn er nu veel kleurvariaties, zoals blauw, wit, geel en combinaties daarvan.

Het zijn zeer sociale vogels die graag in gezelschap zijn van andere parkieten of eigenaar.

Praters: Sommige grasparkieten kunnen woorden of zinnetjes leren nadoen, vooral als je regelmatig met ze praat of ze traint.

Zorg voor een ruime kooi (minimaal 50 cm breed voor één parkiet, groter bij meerdere). Ze moeten kunnen vliegen en bewegen.

Gebruik natuurlijke takken of verschillende zitstokken om hun poten gezond te houden.

Zet de kooi op een rustige, tochtvrije plek met daglicht, maar niet in direct zonlicht.

Geef ze een gevarieerd dieet van kwalitatief parkietenvoer (zaadmix of pellets).

Bied dagelijks verse groenten (zoals spinazie, wortel) en fruit (appel, peer) aan.

Vermijd avocado, dit is giftig!

Ververs dagelijks het drinkwater en zorg dat het schoon is.

Af en toe wat trosgierst als traktatie is een goede aanvulling.

Zorg voor speeltjes zoals belletjes, touwtjes of spiegeltjes om ze bezig te houden.

Laat ze regelmatig buiten de kooi vliegen in een veilige ruimte (ramen dicht, geen giftige planten in de buurt).

Praat met ze en geef ze aandacht; ze houden van gezelschap en kunnen tam worden.

Let op lusteloosheid, opgezette veren, niezen of een vieze snavel. Ga bij twijfel naar een dierenarts.

Deze slijten vaak vanzelf, maar check regelmatig of ze niet te lang worden.

Grasparkieten verliezen een paar keer per jaar veren; dit is normaal.

Als je maar één parkiet hebt, geef hem extra veel aandacht. Overweeg een tweede parkiet als je weinig tijd hebt, want ze zijn gelukkiger met een maatje.