Volgzame koi
Koi’s zijn prachtige, kleurrijke vissen die vaak worden gehouden in vijvers vanwege hun schoonheid en rustgevende aanwezigheid.
Koi’s zijn een gedomesticeerde variant van de gewone karper (Cyprinus carpio) en komen oorspronkelijk uit Japan. Ze werden al in de 19e eeuw gefokt voor hun kleuren en patronen.
Koi’s kunnen verrassend oud worden, vaak tussen de 25 en 35 jaar, maar er zijn gevallen bekend van koi’s die meer dan 70 jaar oud werden!
In de Japanse cultuur staan koi’s symbool voor geluk, voorspoed, kracht en doorzettingsvermogen, mede door de legende dat een koi die tegen een waterval opzwemt in een draak verandert.
Er zijn meer dan 100 verschillende soorten koi’s, met namen als Kohaku (wit met rode vlekken), Showa (zwart met rood en wit) en Ogon (effen metallic kleur).
Koi’s hebben ruimte nodig om te groeien, want ze kunnen wel 60-90 cm lang worden. Een vijver van minimaal 1.000 liter is aanbevolen, met een diepte van minstens 1,2 meter om ze te beschermen tegen temperatuurschommelingen en roofdieren.
Goede filtratie en beluchting zijn essentieel. Houd de pH-waarde tussen 7,0 en 7,5, en controleer regelmatig op ammoniak en nitriet, die schadelijk kunnen zijn.
Geef koi’s speciaal koivoer dat past bij het seizoen. In de lente en zomer kunnen ze meer eiwitrijk voer krijgen, terwijl je in de herfst en winter overschakelt op licht verteerbaar voer. Voer ze niet te veel; een paar minuten eten per dag is genoeg.
Koi’s gedijen het best bij watertemperaturen tussen 15 en 25°C. In de winter gaan ze in een soort rusttoestand en eten ze weinig tot niets onder de 10°C.
Let op tekenen van ziekte, zoals lusteloosheid, witte vlekken of beschadigde vinnen. Parasieten en bacteriën kunnen een probleem vormen, dus een quarantainebak voor nieuwe vissen is handig.