Stekelige egel
Een egel is bijzonder om verschillende redenen! Ten eerste heeft hij een unieke verdediging: zijn stekels. Die stekels, vaak honderden tot duizenden, dienen als een soort pantser. Als een egel zich bedreigd voelt, rolt hij zich op tot een stekelige bal, waardoor roofdieren zoals vossen of vogels hem moeilijk kunnen aanvallen. Tijdens de paring leggen vrouwtjes hun stekels plat.
Daarnaast is de egel een nachtdier met een uitstekend reuk- en gehoorvermogen, wat hem helpt om in het donker voedsel te vinden, zoals insecten, slakken en wormen. Als je een egel in je tuin hebt en hem wilt voeren, geef dan geen koemelk (daar krijgt hij diarree van), maar kleine kattenbrokjes. Voer een egel vooral geen meelwormen Ondanks dat hij er schattig uitziet, is hij dus een echte kleine jager. Wat ook opvalt, is dat egels immuun zijn voor sommige slangenbeten dankzij een stofje genaamd erinacine in hun spieren, wat evolutionair heel bijzonder is.
En wist je dat egels een soort “zelfzalving” doen? Als ze een sterke geur tegenkomen, maken ze schuim met hun speeksel en smeren dat over hun stekels – waarschijnlijk om roofdieren af te schrikken of parasieten te bestrijden. Dat maakt ze echt uniek in het dierenrijk!
Tijdens de winterslaap van de egel daalt z’n lichaamstemperatuur van 36 naar en 10 °C, zijn hartslag van 190 naar 20 slagen per minuut en ademt hij eens in de twee tot drie minuten. Dankzij zijn dikke vetlaag kan hij bij vorst overleven.
In Nederland worden jaarlijks tussen de 113.000 en 340.000 egels aangereden. Hun verdedigingsstrategie van oprollen beschermt hen helaas niet tegen auto’s.